Lilian Finn is een 31-jarige auteur, spreker en designer, getrouwd met C. en moeder van N. (4). Haar hoofd is vaak een grote warboel vol anekdotes uit haar eigen leven. Favoriete plekje in huis: de wc, waar een groot bord hangt met foute magneetjes en fotoβs van mooie momenten. In iedere column van haar hand, neemt ze je mee in haar gedachten en showt ze een magneet!
Geen tijd om te column te lezen? Luister hem dan direct hier! π
Het heeft vijf jaar en vier maanden geduurd en toen was hij overstag. We krijgen een nieuw bed! En niet zo maar eentje, mijn (en zijn) eerste bed dat niet uit de Zweedse ‘Exclusieve’ Spullen-winkel komt en waar we dus al slikkend een groot bedrag voor neer gingen leggen. Uiteraard heb ik me verdiept op internet in wat ik wil en mooi vind.
Mijn man heeft weinig met het uitzoeken van meubels en laat mij altijd losgaan; hij geeft alleen aan of hij het echt heel lelijk vindt en anders komt het gewoon in huis. Superleuk, want als manlief wel een keer heel enthousiast is, dan koop ik dat ook meteen. Zoals het kattenkussen dat hij zag in een kasteel in Frankrijk; dat ligt trots op onze bank.
Terug naar het bed dat er moest komen. Ik wilde niet zomaar een nieuw bed, ik wilde een bed waarin ik kan draaikonten (lees: zesendertig keer van houding wisselen voordat ik in slaap val) en diagonaal kan liggen. Standje zeester, maar dan anders zullen we maar zeggen. Mijn echtgenoot maakt het geen klap uit, het liefst ligt hij met dertig graden nog lepeltje-lepeltje.
Ik daarentegen ben van de partij slapen doe je alleen. Mijn wens was daarmee een twee bij twee meter bed. Wat hem nog het meest overhaalde was denk ik het onbewuste betoog van onze zoon. De kleine komt niet vaak βs ochtends bij ons in bed, maar als hij dat doet, is βie precies zijn moeder. Het liefst kruipt hij om de paar minuten dwars over het bed naar de andere kant om te knuffelen met de andere ouder. Om altijd weer in het midden uit te komen en tegen ons beiden aan te liggen. Plus dat we geen uitslaper hebben. Ons kind komt eerder om kwart over vijf erbij gekropen om ons te vertellen dat spinnetjes kriebelen, dan dat hij om kwart voor zeven vertelt dat hij naar de wc moet.
De overtuiging dat die veertig centimeter extra in de breedte ook de Noxter kon herbergen zonder er last van te hebben, deed het hem. Met veel plezier hebben we in de winkel proefgelegen en daarna voor ons gevoel eindeloos gewacht tot ons nieuwe bed werd geleverd. Niet gelogen, wat een heerlijkheid is het om ruimte te hebben en elkaar kwijt te kunnen raken in bed. Om niet meer door te hebben dat er iemand extra ligt.
Dat bedoel ik letterlijk. De vorige ochtend werd ik wakker met een kind dat uitgebreid in een haast onmogelijke positie naast me lag en voor onze twee katten liedjes aan het zingen was. Niet dat de katten in ons bed mogen, maar zoonlief had mij tot half 8 (!) laten slapen. I pick my battles en met een uitgerust lijf heb ik met het liedje van hem nog in mijn hoofd koffie gezet. Dat bed: het is me nog iedere nacht iedere euro waard. Dat gat op de spaarrekening dichten we later wel weer.