Lilian houdt met een grote glimlach een foto vast van haar twaalfjarige, brildragende zelf

vriendjes met
m’n innerlijke brillio

Mijn bril en ik. Geen vrienden vanaf het eerste moment. Opgroeiend in de jaren ‘90, met weinig keuze voor kinderen was het hebben van een bril niet hip. Verre van. Brillio werd ik genoemd. Op school. Als de juffen niet keken. Of soms wel, want het vloog er ook wel gewoon uit bij een aantal klasgenootjes. Het was zo niet cool om een bril te hebben.

Geen vrienden, mijn bril en ik. Ik zette hem op omdat het nodig was, zodra het kon ging hij ook weer af. De blaadjes aan de bomen kon ik niet tellen. Voor mij geen probleem, ik leerde mezelf focussen op wat de vormen waren. Mijn ouders vonden dat wel een probleem. Gevaarlijk ook, voor een kind dat iedere dag twaalf kilometer heen en weer terug naar school fietste. Dus daar was mijn beste verjaardagscadeau op mijn veertiende verjaardag: mijn eerste paar lenzen. Mijn bril, die droeg ik uit pure noodzaak. Want ik voelde me zo machtig krachtig als ik mijn lenzen in had.

Brillen werden hipper. Een trend. Ze werden gedragen, gewoon voor de leuk. En ik, ik bleef bij m’n lenzen. Mijn lenzen en ik waren maatjes. Ik droeg ze langer dan voorgeschreven op een dag. Want die brillen die op sterkte kwamen, die waren lang niet zo leuk als al die neppe. Ook snapte ik het niet, waarom zou je doen alsof je een bril nodig had? We waren zeker nog lang geen vrienden.

Er kwamen steeds meer mensen in mijn omgeving die een bril nodig hadden. Ze kozen niet voor lenzen, tot mijn grote verbazing. Zij kozen voor een paar tientjes een bril op sterkte en wisselende ieder jaar af. Dat kon ik ook, dacht ik. Daar ging ik dan. Met m’n lenzen in, zodat ik goed kon zien wat ik uitkoos. De bril was best oké. Die daar opvolgende ook. Ik kreeg een favoriete winkel. Voor mijn bril en mijn lenzen. Maar bovenal was ik nog steeds besties met m’n lenzen.

Toen kwam die ene bril. Februari 2020, ik zag hem en was verkocht. Dat was mijn bril! Vet heftig en o zo leuk. Durfde ik dat wel? Mijn innerlijke brillio kwam weer naar boven. Voorzichtig schoof ik naar voren in de winkel. Dichterbij die ene bril. Ik zette hem op. Keek in de spiegel. En voor het eerst, voor het eerst in mijn leven voelde ik mij krachtig mét een bril op. Lenzen droeg ik nog steeds, wel steeds een beetje minder. M’n ogen werden ook ouder, vermoeider, en konden minder hebben. Mijn bril en ik, we schepten een band.

Tegenwoordig zit er weer kracht in mij. Het heeft een hoop jaren geduurd, maar deze meid spreekt zich weer uit. Met lenzen en met bril. Ik omarmde mezelf en m’n innerlijke kind; die het niet meer spannend vond om met bril de deur uit te gaan. Die lenzen? Oh die draag ik nog steeds. Handig in de zomer, bij het zwemmen of een vrije dag met kind. Aan het werk of een rustige avond? Dan zet deze brillio haar glazen op. Nu werd m’n krachtige, sterke bril steeds een beetje minder. Was na drie jaar toe aan vervanging. Gebeurt. Daar ging ik, hop, naar m’n favoriete winkel. Ik vond twee brillen, negeerde de kosten, want die waren absoluut slikken. De medewerkster zag het en pushte niet. Ze gaf me ruimte. Ruimte om voor mezelf op de komen. Mijn eerste echt dure titanium bril en Ray-Ban zonnebril op sterkte waren een feit. Voor het eerst voelde ik, dat we met z’n drietjes vrienden konden zijn.

Mijn nieuwste bril is dan ook weer een stuk rustiger. Nog steeds groot en aanwezig, alleen komt de uitstraling nu uit mezelf. Mijn tienjarige-ik zou verbaasd zijn geweest. Dat dit überhaupt mogelijk is. Vrede met een bril. Niet meer gepest worden met een bril. Het feit dat er zoveel mogelijk is op brillengebied. En mijn lenzen, die draag ik nog steeds. Omdat ik daar zin in heb. M’n make-up wil laten knallen. Het even handiger is. Niet meer omdat ik ze nodig heb om me goed te laten voelen. 

Deze meid, zij is na dik twintig jaar, eindelijk vriendjes met haar brildragende zelf.

– eigen tekst
18 februari 2023